Als vijfde in een rij heb ik voor het kunstproject Bovenkamers in de Haagse Kunstkring iets toegevoegd aan Kamer 2. Componiste Marion de Laat, beeldend kunstenaar Caro Rambonnet, fotograaf Wim van Ophem en theatermaker Henk Boelmans Kranenburg gingen me voor. Na mij hebben beeldend kunstenaars Boudewijn Schrijver en Kees Wattjes hun stempel op Kamer 2 gedrukt. Ron Sikking heeft een film gemaakt van het project, waarin Tatiana Radier, Rein Edzard en Anita Poolman een deel van de gedichten uit de Kamers voordragen (Anita leest mijn 'Après Spock'). Er is ook een film met voordracht van alle voor het project geschreven gedichten.
Het voltooide geheel is geopend op 26 september 2015 en was te zien t/m 25 oktober.
Hieronder een van de gedichten die ik aan Kamer 2 heb toegevoegd. Het is een al eerder gepubliceerde tekst die - wrang als hij is - erom vroeg er in deze kamer bij te mogen. Het gedicht is geschreven nadat ik het bericht had gelezen over de achtjarige Jesse, die in 2006 in zijn basisschool werd vermoord door een hem onbekende 22-jarige plaatsgenoot. Die was de school binnengedrongen en trof Jesse aan toen hij even uit zijn klas was gelopen om iets te pakken. Een van die momenten waarop alles stilstaat.
Jesse
zaterdag: onder water gezwommen. ik was niet bang.
zondag: oma
was er met stroopwafels.
maandag: sommen tot de honderd!
dinsdag: brief
aan sint geschreven.
woensdag: kabouter gekleid. hij mocht mee naar
huis.
donderdag: dode vogel gezien.
v