03-02-2020

Van alle tijden / Vier de poëzie

Als vijfjarige maakte ik al voorstellingen in een portiek in de Haagse Harderwijkstraat, met even oude straatgenootjes als acteurs. Regisseur ben ik niet geworden, maar in de Haagse Kunstkring zijn we niet bang voor een experiment. Wat was het een feest om met acteurs en een musicus van de Kring en met dansers van Dansdrift de voorstelling 'Van alle tijden' te maken en op 02-02-2020 in de Albert Vogelzaal uit te voeren. Voordracht, dans en muziek met als basis gedichten van Kunstkringdichters. Fantastisch om te ervaren hoe iets wat jou voor ogen zweeft, zo enthousiast wordt opgepakt, zo vaardig uitgevoerd en zo goed ontvangen.
De voorstelling was een onderdeel van het programma 'Vier de poëzie' dat Will van Sebille en ik samen op poten hebben gezet. Hieronder: de uitnodiging voor 'Vier de poëzie', het programma van 'Van alle tijden' en een foto (van Francisca Tan) van de vertolking door Mar-Lin Schut (voordracht) en Lisa Dunker (dans) van mijn gedicht 'Omtrekkende beweging', helemaal onderaan te lezen. Diepe dankbaarheid, groot geluk.





OMTREKKENDE BEWEGING

Ich weiss dass ohne mich
Gott nicht ein Nu kann leben
Angelus Silesius, 1624 – 1677

Niemand had de goden verteld dat ze niet bestonden
Zolang de nectar vloeide, zaten ze nergens mee,
bleven de mensen bekijken. Niets was veranderd.

Of toch? Zeus kwam nog maar zelden van zijn troon,
ging niet achter Europa aan, verleidde Leda niet als zwaan.
Over alle spiegels hingen doeken. Er werd veel geslapen.

Intussen werkten de mensen aan hun onsterfelijkheid,
iedereen op zijn manier. Jezus, Mohammed, Wetenschap:
alom wegen naar verlichting. Hoe vreemd dan

dat de aarde uit haar baan raakte. Of leek dat zo?
Vroeg je het aan mensen, bezig met werk of kerk,
ze hadden het niet gemerkt. Onrust genoeg, maar

waar die vandaan kwam? Er was een tijd geweest
- wie oud was wist het nog -
dat  er een samenhang bestond,

een soort gelijk dat niet van jou of jou
of jou was, maar jou plus mij
plus iets onnoembaars in zich borg.

Houd dat maar eens vast. Of je nou mens of god bent,
iets wat zich aan je greep onttrekt, terwijl je weet
dat het je nodig heeft, daar kan je gek van worden.

Misschien maar beter niet zo hard te jagen, de vragen
te omarmen, de woorden te vergeven, die dwaalgeesten
waar we niet buiten kunnen. Vraag het de dichters maar.